Wellicht een bizarre titel in een maatschappij waarin succes hoog aangeslagen wordt. Een titel die eveneens wringt met de afkeer van de zesjescultuur. Ik houd geen pleidooi voor vervlakkende grijsheid, wel schrijf ik over het positieve van grijs dat we allemaal kunnen hebben. Niet als één van die vijftig tinten en ik schrijf ook niet over oud worden. Ik ben heel benieuwd of je iets in mijn verhaal herkent.
Succes hebben of geslaagd zijn, is prettig. Niet iedereen heeft het, en dat is echt niet – zoals vaak beweerd wordt – iemands eigen verdienste, of directer gezegd: iemands schuld. Voor succes heb je naast inzet e.d. ook een portie geluk nodig. De een valt dat toe en de ander niet. Denken dat geluk in onze eigen handen ligt, is de illusie leven dat we alles kunnen controleren, als je maar hard genoeg werkt. De waarheid is dat we véél minder in de hand hebben dan we denken, en zelfs minder dan we hopen. Onze over-gecontroleerde maatschappij versterkt die illusie van beheersbaarheid, maar je hoeft maar een blik over de landsgrenzen te werpen om te zien dat leven niet krampachtig vast te klemmen valt. Trouwens, ook voor onze voeten liggen de voorbeelden.
Succes of ‘het goed hebben’ heeft de keerzijde dat het afstand creëert (ik wel, jij niet) met het risico geïsoleerd en concurrerend te worden. De problemen van onze huidige wereld vragen om gezamenlijkheid. Verbinding is van belang; met onderscheid maken en wijzen komen we er niet.
Wat ons bindt is van veel factoren afhankelijk, maar iedereen is kwetsbaar, heeft verlangens, kent vreugde, zorgen en strubbelingen. Simpelweg omdat ze bij leven horen. Onze kwetsbaarheid en verlangens erkennen en openstaan voor die van anderen, betekent dat we zacht durven zijn en de grilligheid van leven en lot onderkennen.
Een grijze muis erkent zijn ‘gewoonheid’ en beseft die kwetsbaarheid. Je kunt het een conditie voor oprechte verbinding noemen. Ik doel hierbij niet op een voornemen of een besluit, dat bedenkt verbinding alleen maar. Ik doel op jezelf werkelijk aankijken en zien dat jij-ik-wij allemaal kwetsbaar zijn, los van positie, zonder/met imponerende buitenkant, meer of minder succesvol. Zelf vind ik dit niet eenvoudig, en – om eerlijk te bekennen – verre van een knop die ik even omzet. Eerder een jarenlang proces waarin ik stapjes maak en steeds nieuwe laagjes ontdek.
In sommige omstandigheden heb ik moed nodig om te zijn op de wijze die ik beschrijf: zacht, mijn eigen kwetsbaarheid inzien, dat ik minder controle heb als ik misschien had gewenst, en dat ik ben als die buurvrouw, die zwerfster of die bejaarde, die zakenvrouw, die asielzoekster, dat kind en al die anderen. De moed blijkt het waard; ik krijg er meestal prachtige ontmoetingen en veel intensiteit voor terug. Wellicht is gewoon grijs kleurrijker dan ik altijd dacht …
Hoe is dat voor jou? Herken je iets van wat ik schrijf? Wat zijn jouw eigen ervaringen?