In de LittleLearning van januari lichtte ik mijn afscheid van de ICT toe. Ik schreef daarin ook dat ik wilde bijdragen aan de menselijkheid. Als ik een moment bij dat woord stilsta, besef ik dat het maar een raar woord is, vooral als ik het langzaam uitspreek: men-se-lijk-heid. Wat zijn jouw beelden bij dat woord?
Even een zijspoortje … hoe vaak doen we dat nog: stilstaan en uitwisselen wat we verstaan?
Bij mij riep het in eerste instantie een weids armgebaar op, waarschijnlijk vanwege de link naar het begrip mensheid, alle mensen omvattend, alsof ik de aardbol met z’n hebben en houwen als een skippybal opneem. Direct daarna schrompelde het ronde ding ineen en bleef er dat kleine over dat me beter past, een knikker in de palm van m’n hand. Dat grootse en dat kleine blijken voor mij terugkerende elementen bij het begrip menselijkheid.
Dat zijspoortje … het is natuurlijk zund van onze tijd om te praten over wat we onder een begrip verstaan, inefficiënt heet dat in werktaal, we moeten immers vooruit. Ja, in leersituaties, daar wordt het gestimuleerd, maar op de werkvloer …
Gewetensvraagje: heb je zonet echt stil gestaan of had je daar geen rust voor?
Voor mij gaat menselijkheid over vriendelijkheid, mededogen, interesse, humaan, zachtheid, aandacht en de essentiële component luisteren. Elke bijdrage aan de humane kwaliteit van deze wereld – hoe klein of hoe individueel ook – is een bijdrage aan waar leven in wezen over gaat, een bijdrage aan het grotere.
Luisteren gaat over aandacht hebben en afstemmen. Helaas is luisteren allesbehalve ‘hot’. Je laten horen, poneren, argumenteren, ruimte innemen, die kwaliteiten staan hoog aangeschreven. Praten, dat kunnen we wel.
Ik durf de bewering aan dat veel issues op de werkvloer op z’n minst enorm verbeteren als we écht naar elkaar zouden luisteren. Organisatieveranderingen die uiterlijk behaald lijken maar niet gedragen worden, een hoog ziekteverzuim, medewerkers die zich niet gezien voelen, ambtenaren die blind regels toepassen maar de onderliggende waarden niet kennen, los-zand-teams en zo kan ik wel even doorgaan. En nee, met luisteren doel ik niet op een inspraakuurtje ‘voor de bühne’, maar horen wat er écht gezegd wordt en daar een respons op geven.
Waarom ik dat beweer? In al mijn trainingsklussen – of ik nu met managers of medewerkers werk – draait het in wezen steeds om hetzelfde: aandachtig luisteren om tot resultaat te komen.
Maar ja, luisteren kost tijd en die hebben we niet, zeggen we. Dus bouwen we vrolijk verder op dat waarvan we dénken dat moet gebeuren, slaan er een slag naar, we vullen in. En ongemerkt creëren we vanuit ons reuze flexibele denken een realiteit die weinig raakvlak heeft met de ander of de werkelijkheid. ’t Ziet er aan de buitenkant of op papier aardig uit, maar ’t zijn halve luchtkastelen, want alleen op wat er echt is kun je werkelijk bouwen.
Het lijkt wel of we het luisteren verleerd zijn. Iedere keer weer zie ik cursisten verwonderd zijn om de wending die een gesprek of confrontatie neemt als ze echt luisteren.
En het enige wat er nodig is: belangstelling tonen, niet invullen, niet oordelen, open vragen stellen, ontvankelijk zijn, voelen en oprechte respons geven. Zo’n kleine beweging, zo’n groot rendement.
Hé, wanneer was het voor het laatst dat iemand op die manier naar jou luisterde?