Mijn conclusie: er is een overschot aan eerstehulp artsen, de halve natie ligt op sterven en menige achterbank herbergt een vrouw in barensnood. Of heb ik het mis? En zijn we in groten getale onderweg om de yogales maar niet te missen?
Tijd is geld luidt het credo. Laat ‘m effe tot je doordringen.
Hebben we ons en masse tot economisch product verheven? Of kan ik beter zeggen: tot economisch object gereduceerd?
Ik mag toch hopen dat we roepen: tijd is leven. Of niet soms?
Ja … maar … tijd ÍS geld! Oké, je bedoelt: tijd is kostbaar.
Maar wacht …
Waarom sjezen we dan in noodvaart over ‘s lands wegen? Bumper aan bumper, schiet op-schiet op, nog even inhalen, niks dubbele streep, en: limieten zijn inperkingen.
Want, tijd is kostbaar!
Dus ren je je rot om straks op de bank naast de boeddha in de Happinez te bladeren met rustgevende thee of om een vakantie te boeken naar een tropisch eiland waar de tijd nog stil staat??
Menig mens schijnt leegte te ervaren, naar uitstapjes, vertier of inzichtgevende rust wordt smachtend uitgekeken: eindelijk tijd voor mezelf! Tijd voor mij. Mijn tijd!
Straks. Daar. Dus sjezen we verder om sneller dan snel op tijd te zijn.
Op tijd, als él-ke seconde telt. Waar hoorde ik die kreet eerder?
Waarom nemen we geen gas terug? De cruisecontrol op 90 en kalm in t kielzog van de vrachtwagens. Eindelijk oog voor de bladstructuren, groentinten en bouwvormen, een troep ganzen tegen een vergrijsde lucht, een merkwaardig kledingstuk of een dode bunzing in de berm. Of lekker meezingen, foute dialogen spelen, zitdansen, graffiti spotten of gewoon rustig je broodje peuzelen …
Oké, een berekening, omdat we zo verzot op de centen zijn: de prijs van dit al is 5 minuten per uur. Getest. En de opbrengst … 60 minuten zijn, gewoon onderweg, met jezelf, hier.
Wie de tijd neemt, heeft de tijd, las ik ooit.
Maak er maar van: wie de tijd neemt, heeft het leven.
Zo, uitgelezen.
Wat denk je?
Ouwe koek, mag ik hopen, en: niks nieuws onder de zon.
Maar waarom doen we het dan niet? Of hooguit bij uitzondering?
Wat beweegt ons om voort te jagen? Letterlijk én figuurlijk, zoals je bovenstaande eveneens als beeldspraak kunt lezen.
Is het onze innerlijke criticus van wie we efficiënt moeten zijn? Zijn we bang om lui gevonden te worden, dus bang om een uitzondering te zijn en afwijzing te ondervinden? Vindt ons ego zich te belangrijk? Jakkeren we voort uit verlangen om thuis te komen, de plek waar we ons (wel) prettig voelen? Zijn we er van overtuigd dat er zoveel mogelijk in een dag moet? Racen we voort omdat we niet eens beseffen dat het een patroon is?
Wat maakt dat jij je haast? En hoe zit het met de verbinding naar jezelf?
Is dit vreemd of grappig?
We roepen dat de juiste balans tussen inspanning en ontspanning essentieel is.
We prediken dat je potentieel het best tot z’n recht komt als je jezelf bent.
We weten allemaal dat je ontspannen het makkelijkst jezelf kunt zijn.
We ondervinden dat gedrevenheid mét plezier meer dragende energie creëert en nadien meer voldoening geeft.
We trainen cursisten in het besef dat je jezelf meebrengt in elk contact.
En ook dat je gedrag invloed heeft op wat je terugkrijgt.
Wat zou jij ontvangen als je wat vaker een tandje terugschakelt?
En wat geef je je zelf?